top of page

De sexiness van een verfstreek. Over het werk van Stefan Peters


Stefan Peters 'Sliced series'

Ze noemen hem een landschapsschilder. Maar zelf vereenzelvigt Stefan Peters zich moeilijk met die term. Ja, hij schildert landschappen, maar eigenlijk zijn ze slechts een kapstok om zijn ding te doen met de verf, de materie te manipuleren, onderzoek te doen naar het wezen van de schilderkunst. Met een vaardige hand – zijn technische begaafdheid valt onmiddellijk op – suggereert hij in transparante acryltoetsen een hele wereld: bergen en dalen, dichtbegroeide bossen, watervallen, wandelpaadjes waarlangs je kunt verdwalen. Zijn kleurenpalet is warm en genoeglijk: allerlei aardetinten, donkergroen, bruin en oker, vaak ook burgundy en violet, voeren je mee naar landschappen waar je graag in zou vertoeven.

‘Lekker geschilderd’, zeggen onze noorderburen. Peters is geen schilder die de kijker een onbehagen wil bezorgen. In zijn decors blijft het bovenal gezellig. Wel demonteert hij je verwachtingspatroon, door allerlei verrassende effecten in te bouwen: trompe-l’oeils, foute schaduwen en vreemde uitsnijdingen. Zijn achtergrond als grafisch ontwerper speelt hier duidelijk mee, alsook de invloeden die hij meeneemt uit verschillende multidisciplinaire projecten, van meubelontwerp tot mode en videokunst. Hij wil zich niet vastpinnen op de schilderkunst, zijn werk mag en moet constant in beweging blijven, en de technische accidentjes - of moeten we zeggen gelukkige toevalstreffers - uit het ene werk zijn een aanleiding tot het volgende of tot een hele nieuwe reeks.

Durf te falen, is zijn motto, durf te experimenteren en gekke dingen uit te proberen. Zo vind je hier en daar spatten fluoverf op zijn werk, of in de reeksFloating islands zelfs een hele achtergrond in fluoroze of knaloranje. Deze nieuwe reeks is het minst pleasing naar de kijker toe, maar wel geïnspireerd op iets heel actueels: de architectuur van fantasiewerelden uit de gamecultuur. Tegelijk staan die zwevende eilanden metafoor voor disconnectie, voor fragmentatie, voor naties die zich steeds meer in zichzelf keren.

Hoewel Stefan Peters het ambacht van een klassieke schilder in zich heeft, en zijn werk duidelijk refereert naar de geschiedenis van de schilderkunst, is zijn werk erg hedendaags. Voor de Google Earth Series reisde hij rond op het net, om daar interessante landschappen op te pikken en die te vermalen tot zijn eigen beeldtaal. Meestal op een ronde drager koppelt hij uitgesproken figuratie aan het fetisjisme van de pure verfstreek. Elk op zich zijn de twee delen van het schilderij niet bijster interessant. Maar doordat ze worden samengevoegd worden extra betekenislagen toegevoegd. De abstracte, schijnbaar nonchalante borstelvegen worden door de toeschouwer plots gelezen als een landschap, terwijl ze door Peters slechts heel minimaal in die richting werden gedirigeerd. Slechts de suggestie is voor ons gewillig brein genoeg om in de val te trappen. Aan de decodering weten we nauwelijks te ontsnappen. Een wonderlijke shift in je waarneming, een spel dat Peters met verve speelt.

Op tentoonstellingen durft Peters de kijker wel eens een glimp achter de schermen te gunnen. De tape die hij gebruikt om zijn werkjes te omzomen wordt een werk op zich, de vele verftoetsen waarmee hij het vermengen van kleuren uittest ook. De schoonheid van het probeersel, die het uiteindelijke werk in een ander perspectief plaatst en misschien nog boeiender maakt dan het al was. Het vergt een moedige kunstenaar om het atelier aldus te laten doorsijpelen tot wat aan de buitenwereld wordt getoond. Peters heeft geen moeite met die transparantie, hij geeft ze evenveel bestaansrecht als zijn andere werken, deze restanten van het schilderproces, of in zijn eigen woorden: deze ruïnes van de creatie.

De meest doorgedreven reeks van Peters is misschien Sliced, tweezijdig beschilderde houten panelen die hij nadien secuur laat verzagen tot lamellen. Het meest tijdrovende werk volgt daarna: deze stroken nauwgezet opnieuw samenstellen of verlijmen tot ze een nieuw, weliswaar gefragmenteerd, beeld vormen. Ze zijn zo perfect afgewerkt dat de kijkers soms vermoeden dat ze geprint in plaats van geschilderd zijn. Ook nodigen ze je uit om letterlijk op verschillende manieren te kijken naar het werk, heen en weer te stappen zodat je perspectief verglijdt. Zo verheft Peters het schilderij tot sculptuur, zelfs als het aan de muur hangt.

Hem een schilder noemen, wat hij in de eerste plaats natuurlijk is, is te beperkend. De drastische ingrepen die hij met zijn werk durft aan te gaan, maken van hem een vakman, een vormgever, een beeldenmanipulator. Ook komt dit sterk naar voor in zijn reeks Chronicles, een serie die hij zelf zowel meditatief als slopend noemt. Algauw 3000 miniatuurschilderijtjes zitten er vervat in één werk, gescheiden door een grid dat bruusk is afgesneden aan de randen. At random gaat hij aan de slag met de kleine witte ruimtes in het rooster, eentje linksboven, eentje rechtsonder, vlugge verftoetsen die de schilder zelf verrassen, zeker als plots de herkenbaarheid van een landschap lijkt te verschijnen. Ieder beeld, iedere handeling is in wezen onvoorzien; vaak is Peters zelf verbijsterd bij de inhoud die louter uit de materie ontstaat. Schilderen is een evenwicht zoeken tussen secuur sturen en durven loslaten als de verf grandioos zijn eigen weg zoekt. Peters beheerst de kunst om precies op dat snijpunt pirouettes te draaien, een plek waar hij niet alleen vaktechnisch heel vrijgevig is, maar de verf ook alle vrijheid gunt, en laat gloriëren in haar sexiness an sich.



Museum Van Gogh home, 1 tot 30 mei 2019, Zundert (NL)

Nomadic Mountains, 30 juni tot 2 december 2019, Schunck, Heerlen (NL)


Deze tekst verscheen eerder op www.theartcouch.be

bottom of page