Een beetje aarzelend vraagt Jo Pieck of ik het zie zitten om naar het — voor mij — verre Diest te rijden. Ik volg de kunstenares al een tijdje, haar kunst prikkelt me en ook qua visies op het leven kunnen we elkaar vlot vinden. De lange rit naar de thuishaven van de ‘mosterdschijters’ (de onfortuinlijke bijnaam van de inwoners) neem ik er graag bij, te meer omdat naast Not that kind of doctor, de expo in de Lakenhalle, de historische binnenstad (met prachtig Begijnhof) een ware lust is voor het oog.
Maar dus, Jo. Een evident parcours als kunstenaar heeft ze niet gereden. Pas op haar 38e begon ze de vierjarige opleiding Schilderkunst aan PXL in Hasselt, na vele reizen, opleidingen vertaler-tolk, macrobiotiek en shiatsu, jobs in de zakenwereld maar ook een eigen restaurant in Portugal, en een aantal jaar Schilderkunst aan het DKO. Echter dit vervulde haar niet voldoende, ze had goesting en talent genoeg, dus was helemaal klaar voor een aantal jaar nog geconcentreerder focussen op haar werk, onder begeleiding van docenten als Koen van den Broek, Joannes Késenne en XXX. “De eerste jaren verblijf je in een veilige cocon, maar in je laatste masterjaar kijkt men vanuit de kunstwereld met argusogen naar de aanstormende talenten. Wie zal het schoppen tot in een galerie? Wie wordt er door de kenners uit de sector uitgepikt?”
Jo ervoer dit als erg stresserend en het strookte niet met het beeld dat zij van kunst had of de manier waarop zij dit wou bedrijven. Het erg mannelijk gedomineerde en vaak ook harde van deze wereld, vloekte met deze gevoelige ziel. Het duurde een tijdje voor ze haar evenwicht na haar studies weer terugvond, na de immersie in een energie die haar niet helemaal paste, en ze weer tot de kern kwam van wat zij als schilder te vertellen had. Schilderen fascineerde haar echter al altijd, al van toen ze in haar jonge jaren in een vrijgevochten kunstenaarskolonie terechtkwam op de Canarische Eilanden: “Nog steeds verlang ik naar die vibe, droom ik ervan terug te keren naar ginds. De vrijheid van geest die ik daar voelde, is hier in Vlaanderen verder weg. Ik wist dat ik ook wou gaan schilderen, alleen duurde het nog een hele tijd voor ik me er effectief aan ging wijden.”
ORGELPUNT
En nu zijn we hier in de Diestse Lakenhalle, die ze deelt met fotograaf Roland Minnaert (elk de helft van het historische pand), in het kader van pARTkoer, waar onder meer ook Johan Tahon en George De Decker te gast zijn. Ze toont er zowel ouder werk, van in haar masterjaar, als meer recent werk. De laatste jaren heeft ze minder geschilderd, de coronaperiode bracht haar in een meer reflectieve periode, waarna ze nu een nieuw evenwicht tracht te vinden. “Voor mij is deze tentoonstelling een orgelpunt”, zegt ze, “het afsluiten van een periode. En wat er precies zal volgen weet ik nog niet.” Het zijn woelige tijden waarin veel mensen — niet alleen kunstenaars — zoekend zijn naar nieuwe paden in hun bestaan; de gezondheids- maar vooral maatschappelijke crisis heeft ons voor altijd wezenlijk veranderd. Het oude past ons niet meer, maar het nieuwe is ook nog niet helemaal geboren.
Niet toevallig heet één van haar werken It will never be the same. Het is het meest duistere werk dat hier getoond wordt, en niet haar persoonlijke favoriet, maar curator Benny Madalijns wou deze er graag bij. We zien een soort donker tafereel dat ons aan de oorlog doet denken, al kan dat de insteek van dit moment zijn. Hoe dan ook, in elk van de eerste werken die we hier observeren, voelen we een zware lading, een donkere energie die zich vertaalt in een veeleer chaotische onderzijde op elk canvas. Daarboven zien we vaak een lichtere, schimmige figuur uitstijgen, die voor ons het verlangen van Jo naar lichtheid verbeeldt. Ze geeft het ook toe: “Jij bent de eerste die dat zo opmerkt.” Zelfs in haar meer speelse en kleurige werken bemerken we steeds een opwaartse beweging in lichtere kleuren, soms een suggestie van een figuur, soms slechts een extraverte, gedurfde, pasteuze veeg met een brede borstel.
Het verklapt — voor de goede verstaander — dat deze onrustige en soms melancholische ziel, stiekem smacht naar spirituele bevrijding, naar een soort verlossing, naar een wereld die mooier, liefdevoller en zachter is dan het aardse bestaan, waar ze eigenlijk te fijnbesnaard voor lijkt. De ontsnappingsdrang in elk werk is pregnant aanwezig, het verlangen naar eenheid en rust. Daarom voelen deze werken zeer duaal aan, het lijkt een continu vechten tussen licht en donker, goed en kwaad, yin en yang, maar zelden raken beide polen in één werk geïntegreerd. Het levert wel soms explosieve, aandoenlijke werken op — zoals Hasta La vista en Untitled — waar je de emoties van het doek voelt spatten, ook letterlijk, vanwege haar vlotte, morsige, extraverte schriftuur.
HERKENNING
“Aanvankelijk waren mijn werken meer een afrekenen met demonen”, legt Jo uit, “een soort van heling voor mezelf in de eerste plaats. Later werden ze meer een venster op de wereld en misschien ook een boodschap aan de wereld.” Welke boodschap ze dan wil meegeven? “Ik denk dat onze tijd nood heeft aan een hervonden verbinding met onszelf, een weer opnieuw durven voelen, intuïtiever in het leven staan, zodat alles vanzelf gaat stromen, in een flow komt.” Zelf zoekt ze uiteraard nog verder haar weg hierin, met vallen en opstaan, doorheen de soms harde lessen van het leven.
Elk werk verbergt een eigen verhaal, maar ik hoef ze niet allemaal te kennen. Jo Pieck appelleert immers aan een heel andere frequentie dan het zuiver rationele of conceptuele. Ze suggereert: “Laat je geest stilvallen en ervaar de trilling van kleur in je lichaam.” Dat lukt. Ze creëert via haar werk een gevoel, een intuïtieve overdracht van haar gevoelswereld naar de jouwe, waarbij je natuurlijk louter in de spiegel kijkt, en ontvangt wat jij mag ontvangen. Wat ik ontving was een grote herkenning — het bracht me terug naar een plek die ik ken maar niet kan benoemen —, soms ook een glimlach of een grijns omdat ik de humor in het werk ontwaarde, de knipoog naar de kijker.
En bovenal bracht het me voldoening omdat ik hier oprechtheid zag: een kunstenares die niet verbloemt, die volkomen kwetsbaar toestapt op zelfs een ‘journalist’, en geen protserige filters hoeft aan te wenden om ‘iemand’ te zijn. En opmerkelijk — ook in de kunstwereld — is ze vanwege haar puurheid veel meer dan ze zelf wil geloven. Hoewel ik haar strijd voel in sommige doeken, werd ik ook heel vrolijk van haar werk, omdat haar levenslust en haar hunkering naar vrede in elk werk uiteindelijk lijken te zegevieren. Ofwel is dat mijn persoonlijke lezing, dat kan ook. Ga vooral kijken wat het met jou doet, het is absoluut de rit naar het mooie stadje aan de Demer waard.
Deze tekst verscheen eerder in TheArtCouch.
Comments