top of page

Laure Prouvost: "Hier zijn we dan, de nieuwe generatie vrouwelijke kunstenaars."


Een schilderij als dienblad, sculpturen als deurstoppers, theepotten met kontjes en een fontein die bestaat uit een bos reuzegrote borsten: welkom in de bevreemdende, speelse wereld van beeldend kunstenaar Laure Prouvost.


Laure Prouvost, Swallow me, From Italy to Flanders, a tapestry, 2015

Op 9 februari opent in M HKA wat naar verluidt de grootste expositie wordt van het werk van Laure Prouvost (°Lille, 1978). Vorig jaar palmde ze onder meer het Parijse Palais de Tokyo in en we mogen haar deze zomer ook verwachten als vertegenwoordiger van Frankrijk op de 58steBiënnale van Venetië. Het gaat hard voor de kunstenares, sinds ze in 2012 de Max Mara Art Prize for Women won, en de nog prestigieuzere Turner Prize in 2013.


Ze is Frans van origine, woonde lang in Londen en houdt sinds een viertal jaar studio in Antwerpen. Heeft haar verblijf in België invloed op haar werk? “Zeker”, zegt Laure Prouvost, “in het M HKA zul je daar de eerste vruchten van zien. Eén werk is bijvoorbeeld getiteld ‘Bruegel’s girls’ wat een onmiddellijke referentie is naar deze Vlaamse context. Daarnaast gebruik ik ook de metafoor van de octopus om mijn talige verwarring hier in Vlaanderen weer te geven. Eén installatie met sculptuur en videowerk heeft dit als centrale thema. Het is een bijzonder beest, aangezien het nadenkt met zijn tentakels. Zo voel ik me zelf ook vaak, meer tactiel dan talig begaafd. Ik raad de bezoekers aan voorzichtig te zijn als ze het M HKA bezoeken, want ik ben van plan een reusachtige, slijmerige octopus te integreren in de expositieruimtes.”


Een beetje dyslectisch

Die talige verwarring loopt als rode draad door het werk van Laure Prouvost. Ze heeft altijd een liefde-haatverhouding gehad met woorden, vandaar dat ze haar toevlucht neemt tot beelden. Reeds als kind had ze moeite om haar gevoelens in woorden uit te drukken: “Ik ben wellicht een beetje dyslectisch. Daarnaast heb ik het mezelf natuurlijk ook niet gemakkelijk gemaakt door als Française naar Londen te trekken om te studeren. Ondertussen is het zover gekomen dat ik ook het Frans, mijn moedertaal, niet helemaal meer machtig ben. Maar eigenlijk vind ik dat niet erg. Het schept een soort afstand die interessant is voor mijn werk. Woorden worden losgekoppeld van hun betekenissen en worden een soort objecten. Hiermee nodig ik de bezoeker uit in een preverbale wereld waar beelden, woorden, sensaties in elkaar overlopen. Dezelfde ervaring als kinderen hebben wanneer er nog geen onderscheid bestaat tussen hen en de wereld.”


Om dat desoriënterende, destabiliserende effect te bereiken, zet Prouvost een hele resem van media in. Film en video, maar ook geluid, sculpturen, schilderijen, wandtapijten, allerlei objecten, zelfs echte takken en planten, vloeibare emulsies en water. Laat je niet misleiden door de soms naïeve, heel eclectische en soms ietwat rommelige esthetiek: eenmaal je binnenstapt in de surrealistische wereld van Laure Prouvost is er geen ontsnappen meer aan. Paradox na paradox volgt zich op, tot je helemaal in de war bent en Prouvost je op een instinctief niveau heeft ingepalmd. Haar immersieve installaties spreken het hele palet van zintuigen aan en voeren je terug naar het onderbewuste, naar toen je zelf nog een kind was, en de hele wereld een wirwar was van indrukken.


Kinderen houden van borsten

Waar Prouvost haar inspiratie haalt? Onder meer door haar eigen kinderen, van drie en vijf te observeren. Ze zijn nooit een obstakel geweest voor haar artistieke praktijk, wel integendeel: “Voor mij is het normaal, om dit werk te doen en tevens een gezin te hebben. Mijn kinderen geven me vooral veel energie. Onze generatie moeders is ook goed omringd, er is een systeem als vangnet. Dat was in vorige generaties anders. Ik ben in een erg open gezin grootgebracht en moest ook niet knokken om kunst te gaan studeren of om mijn plaats als vrouw in de kunstwereld te verwerven. Uiteraard heb ik hierbij ook een portie geluk gehad.”


Of het dan allemaal rozengeur en maneschijn is, dat moederschap in combinatie met kunstenaarschap? “Nee, ik heb wel eens schuldgevoelens omdat ik er niet genoeg ben voor hen. En een kunstenaar is geneigd veel plaats in te nemen in een gezin, daar moet ik op letten. Maar al bij al is de balans erg positief. Moeder zijn houdt me met beide voeten op de grond, en doet me de kunstwereld vanop een afstand aanschouwen en relativeren. Dat is een goede zaak.”


Symbolen uit het moederschap sluipen ook haar werk binnen, zo zijn er bijvoorbeeld de algemeen tegenwoordige borstsculpturen, vaak geblazen in Muranoglas. “Veel meer dan een seksuele connotatie hebben ze voor mij een voedende, troostende functie. Ik zie ze als ‘de zachte kussens van de wereld’, het begin van een nieuw tijdperk ook. Het is mijn lichtvoetige manier om te zeggen: hier zijn we dan, de nieuwe generatie vrouwelijke kunstenaars, wen er maar aan.” En dan met een kwinkslag: “Aangezien mijn kinderen van borsten houden, kan ik ze inzetten om mee werk te creëren. Zij schilderen alle borsten. Het is goed dat ze een deel van de job op zich kunnen nemen.”


Fictioneel familiebedrijf

Zo gaat het dus de hele tijd als je met Laure Prouvost praat: feit en fictie lopen in elkaar over, en dat allemaal overgoten met een heerlijke humoristische saus. Bijvoorbeeld ook als ze het over haar (fictionele?) grootouders heeft, die ook deel uitmaken van het familiebedrijf: “Iedereen helpt mee, iedereen doet wat hij graag doet. Mijn grootmoeder bijvoorbeeld maakt mijn wandtapijten. Ik lever de zeer hedendaagse beelden, zij verwerkt ze via dit oude ambacht. Ik vind deze mengeling van computerpixels en materialen uit het verleden heel interessant.”


De (denkbeeldige? – ik blijf maar vraagtekens zetten – u gelooft zelf wat u wil geloven) grootmoeder speelt een steeds grotere rol in het werk van Laure Prouvost. Zij is ook degene die de schilderijen van haar grootvader, een kontenliefhebber en conceptuele kunstenaar die bevriend was met Kurt Schwitters, herwerkt tot ‘betere versies’. Dit is Prouvosts manier om te zeggen: hoog tijd dat de vrouw uit de schaduw treedt van de man, de vrouwelijke kunstenaar op het voorplan treedt. Apert feministisch wil ze echter niet zijn, altijd gebeurt dat via een omweg, die je steevast aan het lachen brengt.


Zo gaat het ook in het echte contact met Prouvost, meerdere malen tijdens het interview verleidt ze me tot een schaterlach. Het is verfrissend en bevrijdend om een kunstenaar van dit niveau zo toegankelijk en complexloos te weten. Terwijl we nog wat napraten beschildert ze nonchalant haar nieuwjaarskaarten, met de tekst ‘We will tell you loads of salades’, een manke vertaling van de Franse uitdrukking ‘On va vous raconter des salades’, of in het Nederlands: ‘We houden jullie voor de gek.’ Voor ik de deur uitga nodigt ze me nog uit om onder één hoedje te spelen, en ook in dit interview een aantal fopzinnen te verstoppen. U mag zelf raden welke. Of beter: om al deze ongebreidelde verbeelding aan de realiteit te toetsen, trekt u best naar M HKA, vanaf 7 februari.



Deze tekst verscheen eerst op charliemag.be


bottom of page