top of page

Onder de vrolijkheid wringt het. Over het werk van Catharina Dhaen



Wie het werk van Catharina Dhaen slechts vluchtig onder ogen krijgt zou zich misschien laten vangen. Vrolijke, helle kleuren, nonchalante krassen en vlakken, ietwat kinderlijk-naïef, zo lijkt het wel. Onder dat schijnbaar argeloze speelvlak – dat zonder meer opbeurend werkt – schuilt echter meer bedachtzaamheid dan je zou denken. Als een schaakspel, zo ziet Catharina Dhaen haar praktijk. “Maar dan schaken op mijn manier”, bekent ze, “ik ben nu ook niet de meest strategische speler. Twee stappen vooruitdenken, dat is ongeveer mijn limiet.”

Zo vertrekt ze ook voor haar doek, met een ‘lichte strategie’. Vlagen van intuïtie worden afgewisseld met het aanwenden van technische bagage, een door de jaren heen aangescherpte blik, een aangescherpt gevoel ook. Zo volgen de zetten elkaar op, tot ze het idee heeft dat het schilderij schaakmat staat. Maar dit gaat niet zonder slag of stoot. “Mijn proces verloopt gewoonlijk via ongeveer dezelfde stappen. Eerst is er een opzet van kleurvlakken, vormen, soms een collage. Het is een kwestie van actie en reactie, ik doe een zet en de verf doet een zet terug, waarop ik dan weer moet reageren. Meestal hou ik op als het voor 90% goed is, maar weet ik niet wat er ontbreekt. Dan hang ik mijn ‘kindje’ een tijd opzij, en ga er af en toe naar kijken. Dat leidt geregeld tot slapeloze nachten.”

Waarom een werk niet 100% voldoet is moeilijk te benoemen. Toch doet Dhaen een poging: “Te veel herhaling, te systematisch, niet poëtisch genoeg. Dat zijn mogelijke struikelpunten. Redenen waarom het me blijft preoccuperen. Veelal neem ik dan - tijdens een soort adrenalinestoot - een hele radicale beslissing. Ik bewerk en overschilder het doek tot er nog slechts 20% van het oorspronkelijke werk zichtbaar is. In een kwartier tijd kan het compleet onherkenbaar zijn geworden.”

Hierdoor is het eindresultaat van Dhaens werk erg gelaagd. Aan de oppervlakte lijkt het mooi en poëtisch, maar daaronder wringt het. Haar werken zijn altijd op de een of andere manier uit balans – wie naar evenwicht en harmonie verlangt wordt door haar esthetiek niet bevredigd. Kleuren voeren een steekspel uit, contrasterende materie schuurt en schrijnt op het doek. Liever krast en snijdt ze, dan beroep te doen op een penseel. Soms wrijft ze met vodden de verf uit, soms mag spraypaint de ruwe verfvegen ondersteunen. Haar geliefkoosde materiaal is de oliestick, omwille van de grove korrel. Daarmee tekent ze vaak uitgelaten, een beetje wreed zelfs, omdat ze alles wil behalve dat haar doeken te lieflijk zouden zijn.

“Opbouwen en weer afbreken”, zegt ze, “daar hou ik van. De smeuïgheid van de verf doorbreken met iets scherps.” Haast geen doek toont zich ongehavend aan de kijker. Altijd ontwaar je wel ergens een schaafwonde, de verf her en der opgehoopt als geronnen bloed rond een schram. Hoe zacht en lieftallig Dhaen er ook uitziet, in haar atelier draagt ze geen fluwelen handschoenen. Doch haar werk is zo heerlijk vitalistisch, dat het wel wat destructie kan verdragen.

Voor Dhaen is het schilderen geen nine-to-fivejob. Ze werkt als ze daar de aandrang toe voelt. Vaak gaat dat in gebalde periodes van een paar weken, waarin ze weinig slaapt, en schildert van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Het verlangen naar het atelier is dan het grootst, de buitenwereld verstomt. Als er een reeks werken is geproduceerd komt alles weer tot rust. De vonk is bedwongen, het is tijd om te herbronnen.

Een van de weinigen die tijdens die intensieve werkperiodes mag indringen is haar vader, de kunstenaar Dan Dhaen, waarmee ze het atelier deelt. Rechts de bonte, uitbundige werken van de dochter, links van de scheidingsmuur van sofa’s en tafeltjes: de strakke werken van de vader in zwart en grijsnuances. Hoewel hun werk erg verschilt in bepaalde opzichten, zijn ze elkaars geprivilegieerde klankbord. Catharina toont me ellenlange sms-conversaties waarin ze elke stap in haar werkproces met haar vader deelt. Een compagnon de route waar menig kunstenaar jaloers op zou zijn.

Makkelijk heeft Dhaen het als kunstenaar niet steeds gehad. Reeds als student was ze een buitenbeentje, op de academie waar figuratieve en sociaal-politiek bewogen schilderkunst het meest werd geapprecieerd. Geen idee had ze hoe getalenteerd ze was, aangezien deze context haar enige referentiekader was. Een grote verrassing was het toen ze reeds in haar eerste masterjaar werd opgepikt door Galerie Sofie Van de Velde, voor een dialoog met Ilse D’Hollander, een van haar grote voorbeelden.

Heel vroeg al wist ze dat ze a painter’s painter was, vooral gebiologeerd door materie. In de beginjaren uitte zich dat in een radicaal formalisme, nu is ze gematigder geworden. Via kleine schetsboekjes die overal mee op pad gaan, vindt de buitenwereld nu een weg naar haar werk. Soms is het aanrakingspunt met de waarneembare werkelijkheid minimaal en amper detecteerbaar, soms is de anekdotiek openlijker leesbaar.

Altijd krijg je als kijker vrijheid, altijd is er dat fragiele evenwicht tussen zaken waar je je aan kunt vastgrijpen, en voldoende ruimte om weg te dromen. Maar wees op je qui-vive. In het bevallige kleurenpaleis van Catharina Dhaen is niets wat het lijkt. Een zonnig oord, een zomers strand misschien, waar je het gevoel bekruipt dat iets niet helemaal pluis is. Maar het is geen duister onbehagen, het zijn slechts kleine onderhuidse steekjes die de kijkervaring gelaagder en des te attractiever maken. Catharina Dhaen is een rebel, maar van de minzame soort.


Huidige en komende tentoonstellingen


Salon de peinture, M HKA, tot 31 maart: https://www.muhka.be/programme/detail/1287-salon-de-peinture-


Looking at the world through rose colored glasses, Gallery Sofie Van de Velde, finissage 2 & 3 maart 2019: https://sofievandevelde.be/exhibitions/looking-at-the-world-through-rose-colored-glasses


Momentum (solo-expo) bij Galerie Zwart Huis, Rivoli Building Brussel, 17 maart tot 4 mei 2019: http://galeriezwarthuis.be/en/exhibitions/-



Deze tekst verscheen eerder op www.theartchouch.be

bottom of page