Er wordt beweerd dat eskimo’s meer dan vijftig benamingen voor sneeuw hebben, en Schotten zelfs nog veel meer. Nochtans valt ginds dezelfde sneeuw uit de lucht als hier. Waaraan ligt dat uitgebreide vocabularium dan? Een verscherpte opmerkingsgave, en natuurlijk ook een passie voor het onderwerp. Beide zaken verenigt Yves Velter in zijn praktijk. Al van kindsbeen af heeft hij een fascinatie voor onoplosbare vragen, hij laat ze bestaan, een beetje onredderd in al hun vaagheid.
Precies in die ontreddering ziet hij de schoonheid, hij zet de schemerzone op een voetstuk en maakt er zijn levenswerk van. Als een sociaal onderzoeker, evenwel van de eigengereide soort, begeeft Yves zich onder zijn medemens, om daar op te pikken wat anderen laten liggen. Met een hypergevoelige antenne detecteert hij de blinde vlekken in ons sociale spel. Verlangens en angsten, stille getuigen op de achtergrond, ongeschreven regels, conflicten en onzekerheden, sensaties en emoties, nuances en lagen die onbetwistbaar bestaan, maar waarvoor niemand ooit de moeite nam woorden te bedenken.
Yves geeft er geen woorden aan maar beelden. Schimmen van mensen, of suggesties van figuren. Hij beperkt zich tot de contouren van ons mens-zijn, niet omdat hij niet weet wat zich daarbinnen afspeelt, maar om het teveel buiten te sluiten, om het ondefinieerbare naar voor te halen, om voor het voetlicht te plaatsen wat doorgaans tussen de lijnen glipt. Gezichten worden verhuld, lichamen worden vereenvoudigd, en precies door die abstractie komen nieuwe betekenislagen bovendrijven.
Door die uitgepuurde schriftuur richt Yves de spot op het onbestemde. Om dit kracht bij te zetten bedient hij zich van een beeldenalfabet dat gestaag aangroeit: brieffragmenten van zijn autistische tante, spiegelgezichten, oplichtende lichaamsdelen, arceringen, gaatjeskarton, sleutels of zaklampen, stuk voor stuk verwijzen ze naar onderbelichte elementen uit ons gevoelsleven of subtiele sociale vraagstukken.
Net als zijn tante kijkt Yves met een uitgesproken verwondering naar de wereld, een frisse, aparte blik die hij ten allen tijde wil bewaren, om precies datgene te vangen wat aan een doordeweeks oog ontsnapt. In dit opzicht verschilt de kijk van een kunstenaar niet zo heel erg veel van die van iemand met autisme. Als we niets als een evidentie aannemen, is alles vreemd maar ook leerrijk en bijzonder. Met zijn zelf verzonnen beeldtaal, met zijn zelfbedacht gereedschap om de wereld te ontleden, rekt Yves onze waarneming van de werkelijkheid op.
Beïnvloeiingenheet zijn – overigens prachtig uitgegeven – boek, een titel die het vlindereffect van deze vraagstelling samenvat. We kunnen het lezen als beïnvloedingen die in elkaar overvloeien, oneindig, onbeperkt, grenzeloos. Neem nu de vraag: waarom koester je bepaalde gevoelens voor iemand? Je kunt dit psychologisch, chemisch, biologisch, sociaal, geografisch, historisch, genetisch, energetisch of zelfs esthetisch verklaren, maar wat is de volledige toedracht? Hier ben je nooit klaar mee, de kwestie kent een onmetelijke diepgang. Je kunt er steeds dieper in duiken tot je er duizelig van wordt. Tot je verdwaalt in het labyrint van je eigen gedachten. Tot je pirouettes draait op het nulpunt.
Op dezelfde manier hoopt Yves dat zijn werk een eindeloze reeks aan interpretaties genereert. Kunst is voor hemzelf een rustplek, een verlossende tool om zich neer te leggen bij het ontoegankelijke, het ontraceerbare. Laat alles afgemeten zijn, maar niet de kunst. Hier heeft de maker de soevereiniteit om alles mogelijk te maken, de kijker de vrijheid om er alles in te lezen. Zeker, de symbolen van Yves kennen een directe betekenis, zo je dat wil. De zee staat bijvoorbeeld voor de invloed van de heimat, de brieven van zijn tante staan voor het ontoegankelijke, de sleutels reiken mogelijke oplossingen aan, de lampjes verraden huidhonger en rode stippen staan voor verlangen, of de nachtzijde: de angst.
Het zijn slechts suggesties voor jou als toeschouwer, kruimels die hij of zij al dan niet mag oprapen, richtingaanwijzers die je mag maar niet moet volgen. Het werk van Yves is zo rijk aan betekenissen, die elkaar ook nog eens wederzijds besmetten, dat geen enkele kijker dezelfde weg kan gaan. Bewust stopt hij zijn werken zo overvol, gedreven door de missie: hoe kun je de kracht van een schilderij een exponentieel aantal keer vergroten? Door zelf een idee te maken dat vloeibaar is, zoveel bedoelingen in zijn werk te stoppen dat een oneindig aantal betekenistrajecten mogelijk zijn. Als je al die interpretaties optelt, heb je een idee met een turbo, een kwantumversie van kunst.
Op zijn minst vrijgevig, kun je dit noemen, en hoewel de werken van Yves er sereen, verstild en gestileerd uitzien, broeit onder dat oppervlak heel wat. Misschien is het wel het ingehoudene dat alles des te spannender maakt, of moeten we zeggen de ‘Ontgouding’, zoals een van zijn werken is getiteld? Een vrouw geeft goud over, niet omdat ze zich onwel voelt, maar omdat ze zo barst van betekenissen dat ze ons wil overweldigen. Ze stroomt over, ze geeft tomeloos, ze bevangt de kijker met haar hele zijn. Er zit een schoonheid in haar overgave maar ook een kritiek: is de ontvanger hier wel zo gelukkig mee? In hoeverre speelt haar eigen bewijsdrang mee, haar verlangen naar erkenning? Met dit sleutelwerk stelt Yves zijn hele praktijk in vraag: kunstenaar zijn is iets waardevols geven aan de wereld, maar hoe ver mag je daarin gaan? Aldus, zegt hij in alle bescheidenheid: de sporen liggen er, ik hoop op een optelsom van betekenissen, maar minder is ook goed. Zodra het werk aan de buitenwereld wordt gedoneerd, regeert de kijker. De kunstenaar kan slechts stilzwijgend op zijn stappen terugkeren, opnieuw overgeleverd aan het nulpunt van zijn praktijk.
Deze tekst verscheen eerder op TheArtCouch.
Yves Velter ‘Where the forgotten is stored’ – Black Swan Gallery, Brugge
De tentoonstelling loopt van 6 april tot 5 mei in de Langerei 24 te Brugge. Open op zaterdag en zondag van 14.00 uur tot 18.00 uur en op afspraak.
コメント