Jonas Slaats (40)
· Woont met zijn vrouw in de kluis op de Bolderberg in Heusden-Zolder
· Schrijver, sociaal activist en medewerker bij de interculturele vereniging Kif Kif
· Schreef recent het boek ‘Religie herzien. Voorbij het wij-zij-denken van seculier versus religieus’
Noemt zichzelf geen kluizenaar, maar een kluisbewaarder. “Sinds 1673 leefde hier een onafgebroken ketting van kluizenaars. Het waren vooral leken die wat contemplatiever wilden leven, geen geestelijken. Ze leefden ook zelden alleen. Samen met mijn vrouw probeer ik deze traditie verder te zetten, maar dan eerder als kluisbewaarder. De term ‘kluizenaar’ schept bepaalde verwachtingen waar ik niet aan voldoe. Naast het halftijds contemplatieve leven hier – ik probeer dagelijks te bidden en te mediteren – werk ik bij Kif Kif, een vereniging die zich inzet voor gelijkheid en tegen racisme. Mijn vrouw is palliatief thuisverpleegster. We staan dus ook met beide voeten in het leven. Daarnaast proberen we de kapel zo goed mogelijk te onderhouden en te bewaren in al haar heiligheid.”
Is ervan overtuigd dat verstilling ons allen ten goede komt. “Je zou natuurlijk iedereen kunnen aanzetten tot mediteren, maar zo eenvoudig is dat niet. De een komt tot rust door stilzitten, gebed, ademhaling, de ander heeft meer nood aan fysieke zaken zoals dansen of yoga. Het is een spectrum waaruit je moet pikken wat jou past. Vertragen en verstillen heb ook ik moeten leren. Ik zag de kluis als een unieke plek om allerlei cursussen te gaan geven. Maar dat vloekte met de energie die hier hangt, het zou iets zijn wat opgedrongen wordt. Op een bepaald moment begreep ik wat hier nodig was: vooral de stilte in ere houden voor zij die hier op bezoek komen. Uiteindelijk deed de plek veel meer met mij dan ik met deze plek doe. In de woorden van mijn vrouw: stilte creëer je niet, dat hoopt zich op. En hier is de concentratie van die stille energie door eeuwenlange opbouw heel hoog.”
Ziet bidden als ‘proeven van het goddelijke’. “Mediteren gaat voor mij vooraf aan bidden. Inzakken in jezelf, je geest vrijmaken, de leegte opzoeken. Daarna kan het bidden beginnen, wat voor mij gelijkstaat aan de leegte opnieuw vullen: het gewaarworden van het goddelijke in me en rondom me, dit laten opwellen en dit als spiegel gebruiken. Wat leer ik als ik mijn ego, met alle kleine en grote fouten, aftoets aan die ultieme liefde en barmhartigheid? Als je dan bedenkt hoever je daarvan af staat, word je heel nederig.”
Schrijft zichzelf in in de christelijke traditie. “Ik zie het zo: het christendom is mijn moedertaal, en daarnaast heb ik uit interesse nog een aantal andere talen geleerd, zoals verschillende oosterse religies. Ik ben een religieuze polyglot. In mijn recente boek probeer ik een aantal vastgeroeste mythes over religies te weerleggen. Zoals: dat het hiërarchische structuren zijn waarbinnen de volgelingen strenge regels krijgen opgelegd. In 90% van de gevallen is dat niet zo. Religies zijn voor mij de talen waarin we spreken over ‘dat wat ertoe doet in het leven’. Een merendeels flou geheel van symbolen, rituelen, gebruiken en gewoontes, met veel meer ruimte voor eigen invulling dan we doorgaans aannemen.”
Pleit voor spiritueel realisme. “Mensen die bezig zijn met spiritualiteit focussen vaak vooral op hun persoonlijke ontwikkeling. Ze volgen de ene cursus na de andere en denken zelfgenoegzaam dat ze zo steeds een trapje hoger komen bij de gelukzaligheid. Het is spiritueel consumentisme. Een echte godservaring betekent voor mij echter: je werkelijk inzetten voor de samenleving en de wereld op jouw manier beter trachten te maken. Bepaalde spirituele zaken zijn ook makkelijker gezegd dan gedaan en vooral gericht op zij die het al behoorlijk goed hebben in het leven. ‘Je moet verblijven in het nu’, is een gratuite uitspraak voor zij die in permanente hongersnood of onder oorlogsdreiging leven. Voor hen is het ‘nu’ een hel. Daarom praat ik liever over het goddelijke, omdat dit veel meer behelst: het verleden, heden en de toekomst, alle spanningen en tegenstellingen, de beweging daartussen die voor noodzakelijke evolutie zorgt.”
Heeft daarom veel bewondering voor politieke leiders als Martin Luther King en Mahatma Gandhi. “Omdat zij politiek met spiritualiteit wisten te doordesemen. Het is een misverstand dat je een beate zuiverheid moet bereikt hebben vooraleer je je voor anderen kunt inzetten. Jazeker, King en Gandhi baden en mediteerden ook, maar dit weerhield hen niet om in de hele hectiek van de moderne wereld hun stempel te drukken. Ze slaagden erin om mensen vanuit hun soul power, hun goddelijke essentie, hun waardigheid terug te geven. De connectie tussen het mystieke en het politieke is heden ten dage zoek. De verbondenheid, het handelen uit liefde, vanuit werkelijke begeestering – met een mededogen voor al wie in de miserie zit. Maar ook hier hebben we de keuze: we kunnen immers kiezen voor leiders die dit charisma uitdragen. Of nog beter: we kunnen ons zelf op deze manier politiek engageren.”
Comentarios