Joke Hermsen (56), schrijfster en filosofe, moeder van Rodante (24) en Sebald (20)
Een expo in het Kasteel van Gaasbeek, de publicatie van het verse essay ‘Melancholie in tijden van onrust’ en een nieuwe roman op stapel: filosofe Joke J. Hermsen heeft het bijzonder druk wanneer ik haar spreek. Ik ben maar één van de negen (!) interviewers deze week. En dat voor iemand die ervoor pleit de tijd geregeld stil te zetten, zodat er ruimte komt voor bezinning, inspiratie en creativiteit. Een gesprek over kunst maken en kinderen krijgen, en de verrassende parallellen tussen beide.
Een uur krijg ik toebedeeld voor dit gesprek. Dat is niet de gewoonte. Doorgaans neemt een grondig interview Over de liefde en de kunst twee à drie uur in beslag. Maar dat is buiten Joke Hermsen gerekend. Ze neemt me mee doorheen haar meanderende geest en dat gaat op topsnelheid. Praten met deze grande dame van de filosofie is mentale fitness. Maar gelukkig mogen we dat doen op het prachtige landgoed Villa Hellebosch in Vollezele, een schrijversresidentie waar ze zich dezer dagen verschuilt voor de drukte. Buiten op het terras, onder de parasol want het is een zonovergoten lentedag, blijkt dat een vol uur met het vuur van Joke Hermsen ruimschoots voldoende is voor het aanraken van alle heikele kwesties die ik in gedachten had, en nog veel meer.
“Dat ik kinderen wou, nee, dat stond voor mij niet vast. Tot mijn dertigste was ik helemaal gefocust op mijn werk. Ik herinner me dat ik samen met mijn toenmalige man (de filosoof en dichter Henk van der Waal, AV) in ons huisje in Frankrijk verbleef, waar een hele zomer lang vrienden op bezoek kwamen. Wat bleek? Stuk voor stuk waren die zwanger. Dat zette mij aan het denken, en ons aan het praten hierover. Maar voor we goed hadden nagedacht was ik al zwanger. Dat was in september, en in juni werd mijn dochter Rodante geboren.
“Mijn ex-man en ik, wij draaiden diensten, zoals we dat zelf zeiden toen. Om de beurt voor de kinderen zorgen, om de beurt schrijftijd. Mijn kinderen hebben het ook nooit anders geweten, dan dat ik plots verdwijn voor een tijd. Ik denk dat het ook heel goed is voor kinderen, dat een moeder of een vader niet voltijds beschikbaar is. Dat zie je vaak tegenwoordig: ouders halen hun kind na een lange werkdag op bij de crèche, en als een soort inlossen van schuldgevoel zitten ze daarna boven op dat kind, er de hele tijd mee bezig. Het kind denkt: mijn ouder is van mij. Kinderen moeten echter de tijd krijgen om alleen te zijn, droomtijd krijgen, de vrijheid krijgen om zelf op ontdekkingstocht te gaan. Sommigen verstikken hun kinderen en denken dat dat liefde is.
“Kinderen hebben recht op die eigen binnenwereld, op spel en verwondering, zonder de ouders erbij. Kinderen bij uitstek lappen de kloktijd aan hun laars en zijn helemaal gewijd aan kairos, de intense ervaring waarbij de tijd lijkt stil te staan. Ik denk dat het als ouder belangrijk is vertrouwen te hebben in de vermogens van je eigen kind en los te laten. Docenten en ouders hebben naar kinderen toe maar twee verplichtingen: enerzijds die nieuwsgierigheid, verwondering, creativiteit van het kind aanwakkeren, en anderzijds hun verlangen naar verbondenheid stimuleren en bevredigen.”
Boeken én kinderen
“Het was mij van in het prille begin dus al duidelijk dat ik niet wou kiezen tussen schrijven of kinderen. Ik wou het allebei. Het Romeinse gezegde ‘Aut liberi aut libri’ gaat niet voor mij op. Schrijf gerust op dat mijn motto is: Et liberi et libri! Ik geloof niet dat de productie van kunst of literaire werken in de weg staat van natuurlijke reproductie. Mijn kinderen, mijn moederschap, ze zijn erg verrijkend geweest voor mijn denken. In welke zin? Voornamelijk omdat je als moeder, als ouder weggetrokken wordt van het hyperindividualistische denken, het doorbreekt je egocentrisme. Kinderen krijgen is altijd winst voor het kunstenaarschap. Van een ‘ik’ ga je naar een ‘wij’, het breekt je wereld open.
“Ik vind het heel gek dat er in de filosofie, die bij uitstek heel mannelijk is, zoveel wordt gefocust op de dood die boven ons hoofd hangt, op het einde, op de ratio, terwijl het nieuwe begin, de geboorte, het baren, ook een heel essentieel onderdeel van het leven is. Dus er is nood aan die feminiene filosofie, die dit op het voorplan plaatst.
“Als vrouw, en ook nog eens blond, heb ik in mijn vakgebied vaak te maken gehad met scepsis. Zeker heb ik het gevoel dat ik voor alles dubbel mijn best moest doen, twee keer zo goed en zo origineel moest zijn. Het heeft een deel van mijn leven in mijn nadeel gewerkt. Toen we een leerstoel hadden over politieke filosofie, bleek dat op de lijst van wijsgeren geen enkele vrouw stond. Terwijl Hannah Arendt, een van mijn grote heldinnen, toch wel een politiek filosofe bij uitstek is. Haar theorie over totalitaire regimes is enorm actueel ook, je ziet dat ze steeds meer wordt opgediept.
“Toen ik mijn veertig mannelijke collega’s interpelleerde over het feit dat zij niet in de lijst was opgenomen kreeg ik te horen: ‘maar Arendt is geen filosofe’. Toen ik vroeg: ‘wat is ze dan wel?’, antwoordde iemand – anno 1999, jawel – ‘ze is een vrouw’. De helft van mijn collega’s knikte instemmend, en de andere helft, die doorhad dat dit al te belachelijk klonk, monkelde wat gegeneerd. Dit om maar te illustreren in welke wereld ik mijn weg heb moeten zoeken.”
Socrates en zijn moeder ineen
“Een mooie anekdote is ook: ik moest mijn proefschrift verdedigen toen mijn dochter twee jaar was. Ze ging mee en zat met blozende wangen op de eerste rij. Ze voelde de spanning van al die strenge mannen in zwarte toga’s. Die spanning was er echt, want ik kreeg best wat kritiek: iets wat zo goed geschreven was, kon toch onmogelijk academisch deugen? Maar ik bracht het er levend vanaf en na afloop overhandigde ik mijn bul aan mijn dochter. Een symbolisch moment.
“Na wat omwegen studeert mijn dochter nu ook filosofie. Wat blijkt, dertig jaar later? Nog steeds staan slechts twee vrouwelijke filosofen op die lijst, er is weinig veranderd. Mijn dochter heeft haar geheel eigen oplossing bedacht voor dit feit. Ze studeert niet alleen filosofie maar tegelijk leert ze het beroep van de moeder van Socrates: vroedvrouw. Ze combineert beide: het cerebrale en het hele aardse, ze is Socrates en zijn moeder ineen.
“Vanuit die positie van vroedvrouw ontwikkelt ze een filosofische visie die gebundeld is in de term ‘the pregnant posthuman’ – we zijn allemaal zwanger van dat nieuwe begin, een postmoderne tijd waarin we het overwegend mannelijke humanistische denken achter ons laten. Ja, want zowel mannen als vrouwen kunnen ‘zwanger’ zijn, als je dit bekijkt als de overgang van individualisme, van vruchtbaar wachten naar een wij-denken, de toekomst waar wij bij voorkeur naartoe moeten.
“Die overgang van het eenzame ik naar een ‘wij’ als moeder, heeft nog een bijkomend voordeel. Als baby, als jong kind, ervaren wij een vanzelfsprekende verbondenheid. Maar plots is er dat besef van het eigen ik, dat afgescheiden is van de ander. Die existentiële eenzaamheid zorgt voor een zekere melancholie. Kinderen begeleiden je in deze melancholie, het nieuw ontstane ‘wij’ door het ouderschap kan voorkomen dat je in een depressie verzeilt.
“Eenzelfde dynamiek zie je in de liefde, of in passionele verliefdheid. Eros zorgt ervoor dat je even je carrière vergeet en je ambitie opzijzet. In de liefdesroes ben je obsessief gericht op de ander – wij dus, in plaats van het eenzame ik. Je ik staat vast, maar via eros wordt dit doorbroken en losgewrikt – je verliest je, je gaat helemaal op in de liefde. Wellicht zoeken zovele kunstenaars daarom de verliefdheid en de passie op, omdat dat hun creativiteit versnelt. Ze hebben de liefdesimpuls nodig om de oude huid af te leggen, te vervellen en naakt en onbeschermd te durven zijn – denk aan de slang van Nietzsche en de eeuwige wederkeer. Nee, ik denk niet dat een rationeel huwelijk de voorkeur geniet van de scheppende mens.”
De kunst van het wachten
“Voor mij was de zwangerschap een hele mooie tijd. Ik heb dan een ‘journaal van het wachten’ geschreven. Het is een time-out, bij uitstek het moment waarop je als vrouw tijd hebt voor bezinning. Ik zie tegenwoordig dat vrouwen zichzelf dit interval niet meer willen of kunnen gunnen. Dat is jammer. We zouden het verwachten moeten kunnen omarmen, die mooie combinatie van hoop op de nieuwe geboorte en niet moeten presteren. Het kind in je buik heeft niets nodig, behalve aandacht en rust. Het groeit vanzelf. Op de tentoonstelling ‘Karos’ is daarom ook het werk 'Expecting' van Pipilotti Rist opgenomen. Zij verbeeldt al die aspecten van wachten en in verwachting zijn: vreugde en angst, zwaar en licht; de zwangerschap is een melancholische tijd.
“Het wachten op een kind heeft veel gelijkenissen met het wachten op het voltrekken van een kunstwerk. Ook hier moet je de tijd nemen. Zwanger zijn is een mooie metafoor voor het creatieve proces. Je moet durven te wachten, niet prutsen, laten rijpen. Kunst kan je helpen die verwachtingsvolle tussentijd binnen te leiden, ook als je niet zwanger bent. Dat heb ik op de expositie op Kasteel van Gaasbeek met 38 kunstwerken willen laten zien en ervaren. Het werk van Chiharu Shiota bijvoorbeeld, een dromerige, in nevels omfloerste kinderwagen, herinnert daaraan.
"Net zoals je kinderen moet durven los te laten en daarna weer aanhalen, moet je een boek of een schilderij soms weken of maanden laten rijpen op de plank. Om het dan weer scherper te zien. Het is een wisselwerking tussen de flow, de ononderbroken intense aandacht en afstand nemen. Het heeft ook iets paradoxaals: soms weglopen om beter te kunnen omarmen.
“Als ik dit nu ook eens heel praktisch mag vertalen: zowel moeders als vaders moeten de kans krijgen te kiezen hoe vaak ze bij hun kind zijn. Het basisinkomen kan hiervoor een goeie oplossing zijn, omdat je dan niet meer alleen afhankelijk bent van dure kinderopvang. Mannen en vrouwen kunnen dan opteren om een tijd voor de kinderen te zorgen, in de mate die ze zelf willen.
“Daarnaast pleit ik voor de 25-uren werkweek. Het heeft een pak voordelen. Niet alleen zijn leven en werk, de kloktijd chronos en kairos, de tijd van het juiste ogenblik, hierdoor beter in balans. Maar ook lijkt het me eerlijker tussen generaties. Momenteel zitten de beste jobs bij de veertig- en vijftigplussers. Het zou mooi zijn als die bereid zouden zijn een deel van hun werk af te staan en ja, dus ook een deel van hun inkomen. Niet iedereen kan dat, dat besef ik, maar velen wel. Het betekent dat er minder geconsumeerd kan worden, maar misschien is dat net de bedoeling? Moeten we allen vijf vliegvakanties per jaar maken? Is eentje niet genoeg? En is het niet beter dat kinderen met kerstmis één of twee cadeautjes krijgen waar ze naar kunnen verlangen en hun aandacht aan kunnen schenken, in plaats van door een hele hoop overweldigd te worden? Ik denk dat er ook rijkdom zit in die schaarste, in die soberheid.”
Villa Hellebosch, Vollezeele, 28 maart 2017
Dit artikel verscheen eerder op www.charliemag.be
‘Van de liefde en de kunst’ is een project van journalist Annelies A.A. Vanbelle en kunstfotografe Carmen De Vos waarbij intieme portretten gemaakt worden van artistieke mannen en vrouwen. Meer specifiek wordt gepeild naar hun visie op ouderschap in combinatie met kunst, hun visie op de liefde en hun omgang met man-vrouwissues in hun werkveld. De interviews verschenen op Charlie magazine en kwamen tot stand met een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap.
Comments